Ik stap de ruimte binnen en voel het direct. Ergens diep in mijn lijf. Een gevoel wat ik niet kan omschrijven. Maar het is er, luid en duidelijk. “Oef”, denk ik. Is het van mij? Van de ander? Waar komt dit vandaan? Een zucht, heel diep vanuit mijn tenen. Mijn eerste reflex is om de ruimte weer uit te rennen. Weg, weg van dit gevoel. Ik blijf. Kijk om mij heen, observeer. Wat neem ik waar? Wat voel ik precies? Kan ik het beetpakken? Voelen of het van mij is of…dat het iets in mijn systeem triggert. Ik kan er niet meteen de vinger achter krijgen, maar voel wel dat de emoties heviger worden. “Ademen Bianc, blijf bij jezelf” fluister ik in stilte. “Laat je niet gek maken.”
Op het moment dat de emotie de overhand lijkt te nemen, stap ik de ruimte uit. Naar buiten, de frisse lucht in. Gewoon even koffie halen. Ruimte creëren. Op adem komen. Zo sta ik een tijdje voor mij uit te staren. De koffie is inmiddels al lang klaar. Diep inademen en vervolgens alle emotie eruit blazen. Ondertussen vraag ik mijzelf af, wat het is wat zo binnenkomt. Waarom raakt dit? Ik ga terug. De koffie in mijn handen, de emoties wat meer onder controle. Ik oog ogenschijnlijk rustig, maar van binnen schiet het alle kanten op. Mijn hoofd maakt letterlijk overuren. Helpend? Nee natuurlijk niet! Mijn emoties worden alleen maar extra aangewakkerd. En toch, ik krijg mijn hoofd met geen mogelijkheid stil.
Ik denk aan mijn ‘paars’. Mijn innerlijk kompas. Kijk even naar die prachtige paarse dame op de achterkant van mijn telefoon. Het hoesje wat ik zo eigenzinnig heb geschilderd. Mijn rots in de branding, mijn rust. Ze kijkt terug. Alsof ze lijkt te zeggen. “Blijf voelen, jij kan dit! Jij mag er zijn, met alle emoties in jou. Ze maken je een mooi en krachtig mens. Blijf staan, in je kracht, in die kleurrijke schoenen.” Ik voel dat ik knik. Dat ik fluister: “dank je wel mooie paarse dame.”
Ik richt mij weer op de mensen in de ruimte. Rustig nu. Ademend vanuit mijn buik. Wat ik voel? Dat wordt duidelijk. Iets wat leeft in de onderstroom, de cultuur. En ja, het raakt aan iets in mij. Wat ik doe? Ik benoem wat ik waarneem, verhelder, stel vragen. De trigger in mij loslatend. Die is van mij, de rest vang ik op met mijn voelsprieten. Daar zit mijn talent, mijn kracht. Die mag ik inzetten zonder dat ik mijzelf erdoor laat ‘vangen’.