De zon schijnt, de lucht kleurt strakblauw, dus besluit ik om een flinke wandeling te maken door mijn ‘achtertuin’. Ik beschik over een megagrote ‘achtertuin’ waarin ik kilometers ver kan wandelen. Genietend van weidse uitzichten, volop groen en als ik geluk heb ook nog wat reeën, konijnen, vogels of andere diersoorten.
In gedachten wandel ik mijn vaste rondje. “Oehoe”, hoor ik iemand roepen. Ik kijk om mij heen. Er is in geen velden of wegen iemand te bekennen. Ja hoor, denk ik. Heb ik nu al last van een ‘zonnesteek’? Kun je die ook al oplopen van een winters zonnetje? Ik haal mijn schouders op en wil mijn weg vervolgen als ik wederom hoor roepen. “Oehoe, jij daar!” Ik draai mij nu volledig om mijn as, maar nog altijd niemand te zien. “Ja, hallooooooo! Hier ben ik, boven je hoofd!” Ik buig mijn hoofd naar achteren en kijk omhoog. Ohhhhh, nu zie ik het! Boven mijn hoofd springt een klein vogeltje wild heen en weer op de tak van een boom. Het is zo klein dat ik echt goed moet kijken om het te zien. “Ha, je zag mij niet he!” roept het vogeltje. En maakt daarbij een soort ‘lachend tjilp geluidje’. Net of het mij uitlacht. Nou nee, ik had het vogeltje inderdaad niet in de gaten. Ging al aan mijzelf twijfelen. “Nou, waar wacht je op?!” hoor ik boven mijn hoofd. “Ga je die grote lens nog gebruiken om een mooi ‘pakkendbeeld’ van mij te maken? Daar ben jij toch zo goed in?” Ehhh, denk ik. Hoe weet dit vogeltje nou dat ik regelmatig ‘pakkende beelden’ probeer te schieten? “Ja, ik ken jou wel hoor. Ik zie je hier heel vaak rondwandelen met je camera”, zegt het vogeltje. “Dus, pak mij dan als je kan met die grote lens!”
Dat laat ik mij natuurlijk geen twee keer zeggen. Ik heb niet voor niets actiegerichtheid én prestatiegerichtheid in mijn top 5 talenthema’s staan. Ik stel mijn camera in op de juiste diafragma, sluitertijd, schroef mijn grote lens erop en klik, klik, klik ga meteen aan de slag. Het vogeltje zit echter geen seconde stil en hupt vrolijk ‘tjilpend’ heen en weer van tak naar tak.
“Goh’, denk ik terwijl ik zo bezig ben. Ik zou zelf wel als dit kleine, kleurrijke vogeltje willen zijn. Vrij om heen en weer te ‘huppen’, de wereld ondertussen van bovenaf beschouwend, een beetje fladderen en als ik het gezien heb, weg kunnen vliegen.
Terwijl ik zo sta te dagdromen, nog altijd met mijn camera in de aanslag, bedenk ik mij dat er eigenlijk al best veel overeenkomsten zijn tussen mij en dit vogeltje. In mijn werk als ‘verandercoach’ ben ik, net als dit vogeltje, vrij om lekker te ‘fladderen’ in een organisatie. ‘Hup’ ik langs verschillende mensen om hen te interviewen, met ze in gesprek te gaan over dingen die ze waarderen, die ze graag willen behouden maar ook wat ze graag willen veranderen. Mag ik ‘onderzoeken’, ‘observeren’ om een soort ‘cultuurfoto’ te kunnen maken van de organisatie. Soms breed uitzoomend, om de organisatie met een helicopterview van bovenaf te kunnen bekijken. Soms juist inzoomend om er specifieke details uit te kunnen pikken en deze van dichtbij nader te onderzoeken. Met mijn ‘fotografen oog’ en mijn ‘voelsprieten’ kan ik dat heel goed.
Opeens zie ik het vogeltje op een tak springen, precies boven mijn lens. Automatisch druk ik de ontspanknop van mijn camera in. ‘Trrrrrrrrrrrrrt’, doet deze. Want ik had ondertussen de instellingen op high speed gezet. In een paar seconde heb ik dan heel veel foto’s. Iets met ‘maximaliseren’ noemen we dat. “Hebbes!”, roep ik triomfantelijk. Het vogeltje kijkt nog eens naar beneden. “Hé, jij daar! Wat sta jij triomfantelijk te dansen?” roept het. “Het is gelukt!” roep ik naar boven.
Ondertussen bedenk ik dat mijn talenthema’s mij soms enorm in de weg kunnen zitten. Zo snel als ik in de actie schiet. Altijd in ‘beweging’, lukt het mij niet altijd om het juiste moment te pakken voor die ‘cultuurfoto’. Of, om de verandering door te kunnen voeren die de organisatie zo hard nodig heeft. Dan ga ik te snel, schiet ik al in de analyse of de actie i.p.v. de rust te bewaren en mijn open en nieuwsgierige blik te behouden.
Net als nu, met dit vogeltje, is het de kunst om in het midden van de twee uitersten te blijven. Van direct in de actie met als andere uiterste wellicht volledig ‘bevriezen’, niks meer doen naar de ‘krachtige actie’. Observeren, onderzoeken, inzoomen, uitzoomen om precies op het goede moment te ‘pieken’.
Wat een mooie les heb ik hier vandaag geleerd! “Dank je wel vogeltje”, roep ik nog. “Voor deze wijze les!” Maar het vogeltje is al gevlogen. Op zoek naar een ander mooi mens om een wijze les te brengen.