“Oh nee! Nu gebeurt het toch!” Vol in mijn valkuil. Ik had mij nog zo voorgenomen om dit niet te laten gebeuren. Bij mijzelf te blijven, in- en uitademen. Beide voeten op de grond en vooral op mijn handen zitten. “Laat je niet uit de tent lokken, Bianc” roept mijn ‘laissez fair ik’. “Laat los, laat het gaan, leun achterover en voel wat jij belangrijk vindt”. Maar voor ik het weet, is het al gebeurd. Baf! Boven op de bal! Het gevolg? Een stevige discussie en frustratie aan beide kanten van de tafel. Helpend? Nee, helemaal niet zelfs.
“Hoe dan?” denk ik bij mijzelf. “Waar ging het mis?”
Al die lessen over niet oordelen, feedback ontvangen, dank je wel zeggen om vervolgens te voelen wat ik met die feedback wil. Ga ik er actief mee aan de slag? Brengt het mij daadwerkelijk iets? Of is het een mening, advies van iemand anders en mag ik ervoor kiezen om die ook daar te laten?
Ik weet het heel goed en ja, 9 van de 10 keer gaat het mij ook goed af. Kan ik prima achteroverleunen, blijven voelen wat het met mij doet, mijn ‘paarse’ innerlijk kompas het werk laten doen. Maar, als het écht over mijzelf gaat, mij persoonlijk raakt, dan vind ik dat zó ongelooflijk moeilijk.
En ja, in dit specifieke geval gaat het over mij. Mijn beeld, mijn verhaal, de boodschap die ik ermee wil vertellen, geef ik mijzelf hierin bloot. Tja, dan lukt het mij blijkbaar niet om neutraal te blijven. De feedback te zien als suggesties, mogelijkheden om er op een andere manier naar te kijken.
Ja…achteraf, als ik de situatie nog eens over mijn netvlies laat gaan. Dan zie ik de dingen opeens haarscherp. Maar op het moment suprême komt mijn ‘rebelse ik’ naar boven. “Hoezo vind jij er iets van?” is mijn gedachte. Ga ik in de weerstand, rebelleren. “Puh, ik doe het lekker toch op mijn manier”, denk ik dan. En voor ik het weet wordt de ruimte waarin we ons bevinden opeens een stuk warmer, klein ook. Wil ik het liefst de ruimte zo snel mogelijk verlaten. Wegrennen uit deze penibele situatie. Gelukkig weet ik mijzelf weer te herpakken. Kijk ik onder mijn oogwimpers even naar één van mijn groepsgenoten. Ik zie een knipoog, een blik van: laat los, laat gaan. Ik voel dat ik een diepe inademing neem. “Oké” zeg ik. “Ik ga doen wat voor mij goed voelt” Mijn ‘rebelse ik’ weer naar de achtergrond duwend.
Ja, ik ben iemand met een eigen wil. Eigen ideeën. En als ik het gevoel heb dat er druk wordt uitgeoefend om van mijn eigen pad af te gaan, komt mijn ‘rebel’ even om de hoek kijken. Die dan heel hard roept: “ik doe het lekker toch!”
Gelukkig heb ik ook mijn ‘Pigs in Space’ (mijn spelende, vrije ik), mijn ‘innerlijke paars’ die vanuit rust en overzicht de situatie kan benaderen en mijn ‘laissez fair ik’ die af en toe als een flower power door de wereld kan bewegen. Die kan dansen, zwieren en het luchtig kan houden. Mijn rebelse ik? Die is er vooral wanneer ik onder druk sta, niet luister naar mijn lijf en mijzelf laat afdwalen van wie ik ten diepste ben. En ook als ik goed in mijn vel zit…kies ik voor mijzelf. Mijn eigen weg, mijn eigen pad en vooral wat voor mij goed voelt. Dus ja, ook dan doe ik het soms lekker toch..op mijn manier.