De zoom-meeting begint. Leuk! Kennismaken met de deelnemers van de week ‘Vier je innerlijk vuur’. Ik zit er helemaal klaar voor. Pen en papier in de aanslag, kop thee erbij. Kom maar door!
Volgende week vertrek ik voor een creatieve week naar Twente, met een groep vrouwen die ik nog niet ken. Slapen in een boerderij, midden in de natuur, samen zijn, maar vooral ook in contact komen met mijn innerlijk vuur. Waar ga ik van aan? Wat heeft mijn goud-paarse hart mij te vertellen?
De meeting start. Nog wat technische perikelen, maar dan is het echt zover. En dan, na enkele seconden voel ik dat één van mijn ‘ikken’ reageert. Ze sputtert tegen. Veroorzaakt een vreemd kriebelend gevoel in mijn buik. Ze maakt mij duidelijk dat ze er iets van vindt. Ik probeer haar te negeren, opzij te duwen, niet naar haar te luisteren. Over het vreemd, kriebelende gevoel in mijn buik heen te stappen en net als de rest mee te doen. Maar hoe ik ook mijn best doe, het gevoel wordt alleen maar sterker en sterker. Mijn ‘weerstand-ik’ neemt meer en meer plek in. Ik hoor mijzelf mompelen: “ja dàg, dat ga ik niet doen!”. Gelukkig is de meeting online en staat mijn geluid op ‘mute’, maar zie mijn lippen bewegen in het beeldscherm.
Bij de volgende opdracht, waar we worden gevraagd om zinnen af te maken, blokkeer ik volledig. Nou ja…een deel van mij blokkeert. Mijn ‘ik’ die in de weerstand zit. “Huh?!” denk ik. “Hoezo lukt mij dit niet? Ik ben altijd heel goed in het vinden van woorden”. Maar mijn gevoel in mijn buik is te sterk, zit mij te veel in de weg.
Bij de nabespreking schraap ik al mijn moed bij elkaar. Ergens komt er een andere ‘ik’ naar boven. Ik deel mijn gevoel, wat er gebeurt in mijn lijf. Tranen prikken achter mijn ogen. De ‘weerstand-ik’ heeft plaatsgemaakt voor de ‘ik spreek mij uit-ik’. Iets wat ze heel spannend vindt. Ze doet het wel, maar ergens voelt ze angst. Angst om ‘raar’ gevonden te worden, ‘anders’ te zijn dan de rest. Ze wil heel graag haar eigen pad volgen, luisteren naar haar gevoel, haar eigen keuzes maken, maar durft dit nog niet altijd. Bang dat de ander daar dan iets van vindt. De reactie aan de andere kant is heel liefdevol: “mooi dat je dit deelt”.
Mijn ‘ik’ hoort het amper. Ze is zo bezig met het goed willen doen, zoals het hoort, dat ze niet opmerkt dat de ander er helemaal niets van vindt. Het goed is zoals het is.
Ik adem even diep in. Probeer wat rust te vinden. “Is dit nu juist niet waar ik naar op zoek ben?” vraag ik mijzelf af. Luisteren naar mijn goud-paarse hart, het laten spreken? Vanuit mijn innerlijk verlangen? Mijn eigen keuzes maken, buiten de lijntjes kleuren, zonder mij druk te maken over wat de ander hiervan vindt? Ja, hier zit mijn verlangen.
Dus, ik ga op reis en neem mee…een koffer vol met ‘ikken’. Nieuwsgierig wie zich de komende week durft te laten zien!